Video | Bedrijfsreportage | Melkveebedrijf Aaltink-Haverslag

“De drijfveer om in te kruisen is levensduur. Een vervangingspercentage van 20% zal voor ons nu haalbaar zijn.”

 

De familie Aaltink-Haverslag heeft zes jaar geleden de keus gemaakt om te verhuizen naar een nieuwe locatie in Holten. Hier hadden zij de mogelijkheid om hun bedrijf verder te ontwikkelen. Er is voornamelijk ingezet op arbeidsgemak en levensduur.

Op de oude locatie lagen de kavels nogal verspreid. De boerderij was door de jaren heen omringd geraakt door nieuwbouw, een recreatiepark en een snelweg. Hierdoor was men erg beperkt in het verder ontwikkelen van het bedrijf. Op de huidige locatie beschikt het melkveebedrijf over een huiskavel van veertig hectare. Er is een nieuwe melkveestal gebouwd met twee melkrobots en een automatische voersysteem. Vorig jaar is een derde melkrobot gerealiseerd.

De rode draad in het bouwen van een nieuwe stal was arbeidsgemak. Al snel werd de keus gemaakt om bepaalde dagelijkse werkzaamheden te automatiseren, zoals het melken en voeren. Hierdoor kon het werken met extern personeel beperkt blijven en de hoeveelheid melk per gewerkt uur gemaximaliseerd worden. Aaltink geeft aan dat ze in bedrijfsomvang een behoorlijke stap hebben kunnen maken. “Wij hadden de mogelijkheid om ons mestoverschot op bedrijfsniveau lokaal af te zetten; mest voor voer. Dus wat is intensief, wanneer je lokaal kunt verantwoorden?”

Tijdens een excursie in 2011 bij Henk Schoonvelde in Koekange maakte Jan Aaltink kennis met de kracht van inkruisen. Met name de Fleckvieh-kruislingen spraken hem erg aan. “Ik hoef geen fokkerijspecialist te zijn om te zien dat deze dieren levensduur uitstralen.” Toch sloeg bij het nemen van de eerste stap de twijfel toe. Want hoe zijn de uiers van de kruislingen? Geven ze wel genoeg melk? En gaan we naast Fleckvieh en Holstein nog wel een derde ras gebruiken?

“Wanneer je iets veranderd in je fokbeleid kun je na vijf jaar pas oordelen of het een succes is. Daarom hebben we ook besloten om het rigoureus aan te pakken door de hele veestapel volledig in te kruisen. Nu, vijf jaar later, kan ik met recht spreken dat het voor ons goed heeft uitgepakt. Het zijn zeer zelfredzame dieren en dat past uitstekend binnen onze bedrijfsvoering”, aldus Jan Aaltink.

Op het melkveebedrijf wordt gestreefd naar een koe die vlot weer drachtig is. “Op dag 40 insemineren is hier geen uitzondering.” Hoewel er bij aanvang twijfel was of de productie wel op pijl zou blijven, blijkt het tegenovergestelde waar. De melkproductie per lactatie is toegenomen en het aantal dagen in lactatie is afgenomen. “De drijfveer om in te kruisen is levensduur, een vervangingspercentage van 20% zal voor ons nu haalbaar zijn.”

Ze verwachten dat er komende jaren minder insteek van eigen vee nodig is en dat de gemiddelde leeftijd van het melkvee verder zal stijgen. Op die manier wordt de melkproductie gemaximaliseerd binnen de capaciteit van het bedrijf.